Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Laat er een geschrei uit hun huizen gehoord worden, wanneer Gij haastelijk een [52]bende over hen zult [53]brengen; dewijl zij een [54]kuil gegraven hebben om mij te vangen, en strikken [55]verborgen voor mijn voeten. 52. Een hoop van rovende en verdervende krijgslieden, te weten de Babyloniers. 53. Of, gebracht hebben. 54. Vergelijk Ps.7:16, en Ps.9:16, en Ps.35:7, en Ps.57:7, enz. 55. Dat is, in het verborgen gelegd om mij te doen vallen.